tacuma: (Sanada)
tacuma ([personal profile] tacuma) wrote2010-07-15 03:17 pm
Entry tags:

Indigo - part 2


Remember my NaNoWriMo fic? Me neither!  But [livejournal.com profile] dark_kana did, so especially for her is here the second part! XD

Titel: Indigo - hoofdstuk 1
Schrijver: [livejournal.com profile] tacuma811 
Genre: fantasy, spanning, humor
A/N: Waarschijnlijk tonnen spellingsfouten!! Het is namelijk niet gebeta-ed

Waarschuwing: Dit deel bevat vage, niet kloppende scheikundige beweringen XD



Het is zwart, pikzwart. Roy kan geen hand voor ogen zien. Het voelt alsof hij valt, maar hij kan het niet met zekerheid zeggen. Hij strekt zijn armen uit, maar voelt niets. Het lijkt lange tijd te duren voor hij licht ziet. Voor hij het weet ligt hij op de grond. ‘Blijkbaar viel ik dus toch,’ mompelt hij. Roy staat op, veegt het stof van zijn kleren en controleert of er gaten in zitten. Hij kan niets vinden en hij heeft zich ook geen pijn gedaan al voelt hij zich wel een beetje gedesoriënteerd.

 

‘Klaar?’ zegt een stem naast hem. Roy kijkt opzij en ziet Keelin staan. Wanneer was ze hier aangekomen?

 

‘De eerste keren is het altijd een raar gevoel, maar het went wel,’ zegt Keelin als ze de verwarring op Roy’s gezicht ziet.

De bruinharige jongen antwoordt niet. Hij kijkt om zich heen, verbaasd over de omgeving. Aan de horizon ziet hij een groot bos en ook dichterbij staan veel bomen. Tussen de bomen door stroomt een sprankelend blauw riviertje waar hij kinderen in ziet spelen. Er staan witte huisjes die lijken te schijnen in het zonlicht. Tussen de huizen door lopen wegen van geel zand waar karren overheen rijden naar een plein waar een markt gehouden wordt. Om het dorp heen liggen groene en gele velden waar gewassen op groeien.

 

‘Toch witte huisjes,’ zegt Roy terwijl hij zijn ogen uitkijkt. Bestaat er daadwerkelijk zo’n plek op de wereld? Hij kan het niet geloven.

 

‘Ja en nee,’ zegt Keelin. ‘Waar je nu naar kijkt, dat is het platteland. Dat ziet er op de andere wereld ook mooi, natuurlijk en aantrekkelijk uit. Maar dat is niet waar we naartoe gaan.’ Ze pakt Roy’s schouders beet en draait hem om.

 

Het lijkt of Roy weer een nieuwe wereld binnenstapt. Er staan allemaal gebouwen, verschillend in hoogte en kleur, maar de meeste zijn verschillende grijstinten. Er staan wel wat bomen, maar het is niet veel. Het is de absolute tegenstelling van het idyllische dorpje achter hem. Maar als Roy goed luistert dan hoort hij alleen de stemmen van de kinderen die spelen in het dorp achter hem en de mensen die praten op het marktplein.

 

‘Wat is het stil in de stad,’ fluistert hij.

 

‘Dat is het altijd,’ zegt Keelin en ze begint richting de grijze gebouwen te lopen. ‘Gebouwen zijn geluidsdicht en we hebben geen auto’s zoals jij die kent. We maken wel gebruik van voertuigen, maar die maken geen geluid. Het zijn net fietsen, alleen hebben ze een dak en hoef je niet te trappen.’

 

Samen lopen ze de stad binnen. Roy ziet overal van de ‘fietsen’ waar Keelin over sprak. Ze lijken helemaal niet op fietsen. Ze lijken meer op futuristische auto’s. ‘Waar rijden ze op?’ vraagt hij als hij ziet dat de voertuigen geen uitlaat hebben.

 

‘Dat is een ingewikkeld verhaal,’ zegt Keelin. ‘Zie je die klep aan de zijkant? Daar kan je afval in stoppen. Dat wordt verbrand, waardoor de auto gaat rijden. De resten en de gassen die overblijven worden omgezet in zuurstof. Dat is de ingewikkelde techniek. Mensen kunnen gemakkelijk moleculen omzetten in andere moleculen, maar het moeilijk is om een machine hetzelfde te laten doen. Door de moleculen in die machine aan te passen is het mogelijk gemaakt. Maar degene die van de voertuigen gebruik willen maken moeten de kunst leren om de moleculen van koolstofdioxide om te zetten in zuurstof.’

 

‘Ik snap er niets van,’ zegt Roy terwijl hij naar de voertuigen kijkt. ‘Mensen die koolstofdioxide omzetten naar zuurstof? Dat kan toch alleen door bomen gedaan worden? Fotosynthese enzo?’

 

‘Dat is het verschil tussen de wereld waar je tot nu toe geleefd hebt en deze, Conroy,’ zegt Keelin. ‘De mensen hier zijn niet zoals de mensen in de andere wereld. Wij kunnen moleculen aanpassen. Het kost wel een hoop tijd om dit te leren, maar het is de moeite waard. Het werkt op een andere manier dan fotosynthese. Je hebt kennis nodig van alle soorten moleculen en de manier waarop ze in elkaar zitten om een bepaalde stof te vormen.’

 

‘Waarom noem je me Conroy?’ vraagt Roy die het verhaal van de moleculen maar laat varen. Hij was nooit erg goed in scheikunde.

 

‘Omdat dat de naam is die je moeder je gegeven heeft,’ antwoordt Keelin. ‘Het mag dan aangepast zijn naar ‘Roy’, maar hier ben je weer gewoon Conroy, dus wen er maar vast aan. We zijn er. Atom Pro.’

 

Keelin duwt een deur van een van de grootste gebouwen in de stad open. De receptionist groet haar vriendelijk en glimlacht naar Conroy die achter Keelin aanloopt. Van binnen is het hele gebouw wit. Ze lopen door lange, witte gangen met een heleboel deuren, maar die lopen ze allemaal voorbij. Aan het einde van de gang is een trappenhuis. Ze gaan enkele trappen op. Na drie trappen is Conroy buiten adem, maar Keelin lijkt het niet te merken. Ze gaat net zo snel nog drie trappen op en is helemaal niet vermoeid.

 

‘We zullen ook aan je conditie moeten werken,’ zegt ze terwijl ze wacht tot Conroy ook boven is. Daar gaan ze weer een aantal gangen door tot ze bij dubbele deuren komen. Keelin geeft een zet tegen de deuren en allebei gaan ze open. Ze stapt een grote ruimte binnen en wenkt Conroy om ook binnen te komen.

 

Hij kijkt verbaasd om zich heen. De ruimt is minstens vijftien meter lang en breed en minstens vier meter hoog. Ook hier is alles wit. Er staan overal allerlei machines waarvan Conroy geen idee heeft wat het zijn. Achter een grote witte tafel staan twee mannen. Zodra ze de deuren op zien gaan kijken ze op. Eén van de twee, met licht haar, bijna wit, en groene ogen, steekt zijn hand op om hen te begroeten. Met een vrolijke glimlach op zijn gezicht verwelkomt hij hen.

 

‘Keelin, je hebt hem gevonden!’ zegt hij. ‘En zo snel, maar dat konden we van jou verwachten.’

 

De andere man zegt niets. Hij kijkt alleen maar naar het tweetal dat net is binnengekomen. Hij heeft ongeveer dezelfde donkerbruine kleur haar als Conroy, maar zijn ogen zijn donkergrijs, terwijl Conroy’s ogen lichtbruin zijn.

 

‘Gavin, ik laat hem aan jou over,’ zegt Keelin. ‘Leg hem alsjeblieft uit hoe alles hier in z’n werk gaat, want als ik het hem uitleg lijkt het niet door te dringen. Het zal wel weer aan mij liggen, maar ik heb nog genoeg werk te doen. Probeer hem ook de beginselen bij te brengen. In ieder geval het verplaatsen naar de andere wereld. Ik kom vanavond wel weer langs.’ Met dat gezegd loopt Keelin de grote hal weer uit. De deuren klappen achter haar dicht.

 

‘Die zal ook nooit veranderen,’ zegt Gavin met een vriendelijke glimlach terwijl hij met zijn hand door zijn witte haar gaat. ‘Conroy, nietwaar? Nu kan ik je eindelijk in levende lijve zien. Ik heb al een hoop over je gelezen.’ Als hij Conroy’s verbaasde gezicht ziet begint Gavin te lachen. ‘Sorry, ik zal het allemaal uitleggen. Ik ben Gavin.’

 

De twee schudden elkaar de hand. ‘Ik heet eigenlijk Roy,’ zegt Conroy. Gavin schudt zijn hoofd. ‘Nee, je heet eigenlijk Conroy, maar in de andere wereld hebben ze dat veranderd in Roy. Maar ga zitten, wil je wat drinken?’

 

‘Koffie graag,’ antwoord Conroy. Gavin loopt naar een van de apparaten, zet er een mok onder en laat er een donkerbruine vloeistof in lopen. ‘Ik weet niet precies hoe koffie bij jullie smaakt, maar ik hoop dat dit goed genoeg is,’ zegt Gavin als hij de mok voor Conroy op tafel zit. ‘Dit is trouwens Corwin. Komt hij je bekend voor? Hij is je tweeling broer, maar dat heeft Keelin je vast al verteld.’

 

‘Hoe kan een idioot als hij mijn broer zijn?’zegt Corwin boos. ‘We lijken in geen enkel opzicht op elkaar.’ Hij staat op van zijn stoel en loopt de hal uit. Wederom slaan de deuren dicht met een harde klap.

 

‘Zijn ze altijd zo?’ vraagt Conroy.

 

‘Let er maar niet op hoor,’ zegt Gavin. ‘Hij moet er nog aan wennen dat hij een tweeling broer heeft. Normaal is hij heel vriendelijk. Maar laat ik bij het begin beginnen. Twintig jaar geleden ben je hier in Vivo geboren, vlak na Corwin. Zelfs in Luma, deze stad. Je moeder was zwak en ziek tijdens de zwangerschap en ze had het zien aankomen dat ze de bevalling niet zou overleven. Ze heeft met Keelin gesproken, die twee waren vriendinnen, en heeft haar gezegd voor jullie te zorgen als ze zou overlijden. Keelin is altijd al wetenschapper geweest en dat graag experimenten, ook met levende wezens. Ze heeft gevraagd of ze jullie uit elkaar mocht halen om te zien of er grote verschillen tussen jou en Corwin zouden zijn als jij op de Aarde zou opgroeien en Corwin hier in Vivo. Ze heeft jou op de plek gelegd van een overleden jongetje. De ouders, die jij nu ziet als je eigen ouders, hebben hier nooit iets van gemerkt en hebben je opgevoed als hun eigen kind. Twintig jaar lang heeft Keelin je in de gaten gehouden en geobserveerd. Belangrijke dingen heeft ze opgeschreven en dat heb ik gelezen, vandaar dat ik weet wie je bent.’

 

‘Is Keelin dan echt zesentachtig?’ vraag Conroy verbaasd. Hij had dit verhaal al van haar gehoord, maar hij kan het nog steeds niet geloven. Zijn ouders, die zijn hele leven voor hem gezorgd hebben, zijn dus niet zijn echte ouders.

 

Gavin glimlacht als hij Conroy’s verwarring ziet. ‘Het klinkt allemaal wat vaag en onlogisch waarschijnlijk, maar Keelin is inderdaad zesentachtig. De mensen in Vivo leven langer dan de mensen op Aarde. Daarnaast is ze niet alleen sterk in het veranderen van moleculen, ze kan ook DNA aanpassen. Heeft Keelin je al wat verteld over de zogenaamde ‘moleculen magie’?’

Conroy knikt. ‘Ze vertelde me over de voertuigen die hier rond rijden. Ik begreep niet helemaal hoe het werkte.’

 

‘Ik zal het proberen uit te leggen,’ zegt Gavin. ‘Alles bestaat uit moleculen. Als je weet hoe de molecuul structuren van bepaalde voorwerpen in elkaar zitten dan kan je deze uit elkaar halen en aanpassen, zodat het in iets anders veranderd. Dit noemen we molecuul bewerken, of afgekort, Mobe. Datzelfde kan met DNA, alleen is dat veel lastiger. Als je iets fout doet is dat bij moleculen niet zo erg en het kan gemakkelijk aangepast worden, maar een fout maken bij het veranderen van DNA kan fataal zijn. Het is daarom sinds een paar jaar verboden om proeven te doen op mensen of dieren. Keelin gebruikte vaak vrijwilligers of dieren om mee te oefenen. Ze is de sterkte in het aanpassen van DNA, maar ze moet wel oefenen om dit bij te houden. Sinds ze niet meer op anderen mag oefenen, oefent ze op zichzelf. Vandaar dat ze er nog zo jong uitziet, terwijl ze al vrij oud is. Ze heeft haar eigen DNA zo aangepast dat ze jong blijft en gezond. Die ogen heeft ze ook niet van zichzelf. Ik heb Keelin zo’n vijftien jaar geleden voor het eerst ontmoet. Ze had toen licht haar en donkerblauwe ogen. Door het aanpassen van haar DNA heeft ze nu van nature zwart haar en die felle blauwe ogen.’

 

Conroy weet niet meer wat hij moet geloven. Is dit niet allemaal een droom? Al die verhalen, al die dingen die hij om zich heen ziet, het klink allemaal onlogisch. Maar hij voelt zich kalm en op zijn gemak bij Gavin. Door de manier waarop de man verteld lijkt alles volkomen logisch. ‘Heeft ze jou haar dan ook veranderd?’ vraagt hij.

 

Gavin lacht. ‘Nee, dat denken wel meer mensen, maar ik ben met dit haar geboren. Je broer heeft echter wel de kleur van zijn haar en ogen laten aangepast. Hij wilde ook leren om DNA aan te passen en het is hem gelukt. Maar hij kan nog geen grote dingen. Het veranderen van DNA is moeilijk, omdat je precies moet weten wat de DNA structuur van de persoon is. Als je dat niet weet kan je helemaal niets beginnen.’

 

Conroy neemt een slok van zijn koffie. Het smaakt vreemd, maar de nasmaak is toch duidelijk koffie. Hij laat alles langzaam bezinken. ‘Daar zou de cosmetische industrie heel erg in geïnteresseerd zijn,’ zegt hij uiteindelijk. Hij denk aan de enorme bedragen die mensen uitgeven om er beter uit te zien. ‘Keelin zou er rijk kunnen worden.’

 

Gavin knikt. ‘Er zijn er meer die haar die tips gegeven hebben. Ze is de enige bij wie je zeker kan zijn dat het goed gaat als ze een experiment uitvoert, maar ze geeft niet om geld. Ze doet dit alleen om zelf meer te weten te komen en sterker te worden. Dit hele gebouw, het grootste van de stad, is van haar. Ze heeft het allemaal opgezet. Ze heeft er ook veel tijd voor gehad, maar toch is het best indrukwekkend, vind je niet?’

 

Conroy knikt. Het gebouw is inderdaad overweldigend, vooral de hal waar ze nu zitten. ‘Wat gebeurd hier allemaal?’

 

‘Er worden voornamelijk nieuwe dingen ontwikkeld, maar ook worden er veel dingen geproduceerd. Als Keelin met een machine komt die het leven van de mensen, die slechts een klein beetje weten van het bewerken van moleculen, makkelijker kan maken, dan worden die hier geproduceerd en verkocht. Dit is een van de hallen waar de nieuwe producten en diensten worden ontwikkeld. Er zijn meer van zulke hallen, maar in deze mogen slechts een beperkt aantal mensen komen. Alleen die mensen weten hoe  de deuren geopend moeten worden. Als ik hier weg zou gaan zou je opgesloten zitten tot iemand je er uit komt halen! En er werken hier maar weinig mensen. Eigenlijk voornamelijk Keelin zelf, Corwin en ik. Keelin laat maar weinig mensen toe bij haar grote projecten, bang dat mensen er met haar ideeën vandoor proberen te gaan.’

 

‘Waarom mogen jij en Corwin hier dan wel komen?’ vraagt Conroy nieuwsgierig. De machines in de hal zien er ingewikkeld uit en Conroy vraagt zich af of de ander mensen die hier werken überhaupt zouden begrijpen wat er hier gebeurd.

 

‘Corwin omdat ze verantwoordelijk voor hem is,’ legt Gavin uit. ‘Net als dat ze verantwoordelijk is voor jou. Ze heeft Corwin opgevoed met de kracht om moleculen te bewerken. Nou ja, opgevoed is misschien een groot woord. Een man en een vrouw hebben voor hem gezorgd, alleen kreeg hij elke dag les van haar. En ik, ik heb waarschijnlijk gewoon geluk gehad. De ouders van Corwin waren bevriend met mijn ouders en we kwamen regelmatig bij elkaar over de vloer. Soms was Keelin daar ook en ik leerde haar al op jonge leeftijd kennen. Mijn ouders waren bang voor haar, omdat ze altijd ‘te geïnteresseerd’ naar me keek. Waarschijnlijk zag ze toen al dat er een grote kracht in mij zat. Ik wil niet opscheppen, maar ik ben één van de beste medewerkers hier en alleen de beste van de  beste mogen hier komen werken. Keelin kiest ze allemaal persoonlijk uit. De meeste daarvan hadden al een grote kracht voordat ze het bewerken van moleculen begonnen te bestuderen. Iedereen kan het leren, maar personen met die kracht, ook wel Mobek genoemd, kunnen dit al zonder er al te veel voor te studeren. Ze heeft me ook lessen gegeven en zodoende ben ik hier terecht gekomen.’

 

Conroy knikt. Gavin heeft alles op een duidelijke manier uitgelegd. Veel begrijpelijker dan het korte en onduidelijke verhaal dat Keelin hem gaf. Hij kijkt naar buiten door één van de grote ramen die in de hal zitten. Het begint al te schemeren.

‘Kan ik naar huis?’ vraagt Conroy.

 

‘Je bedoelt, terug naar Aarde?’ vraagt Gavin. Conroy knikt. ‘Ik vrees het niet,’ gaat Gavin verder. ‘Keelin heeft je nodig, anders had ze je hier nooit heen gehaald.’

 

‘Wat?!’ zegt Conroy boos en hij staat op van zijn stoel die achter hem op de grond klettert. ‘Ik moet naar huis! Mijn ouders zullen ongerust zijn als ik niet thuis kom en niet laat weten waar ik ben! Ik kan niet hier blijven. Ik moet morgenochtend weer naar school en…’

 

‘Rustig aan,’ zegt Gavin en hij glimlacht vriendelijk. ‘Dan zeg je ze toch dat je bij een vriend blijft slapen.’

 

‘Hoe dan?’ zegt Conroy, nog steeds boos. ‘Ik kan de deur hier niet uit en ik kan ook niet terug naar de Aarde. Jullie hebben me hier opgesloten.’

 

‘Heb je geen telefoon dan?’ vraagt Gavin verbaasd. ‘Ik dacht dat de technologie op Aarde toch wel zo ver was dat ze mobiele telefoons hadden uitgevonden.’

 

‘Mo…mobiele telefoon?’ Conroy’s woede is afgenomen. Hij raapt zijn stoel op van de grond en gaat weer zitten. ‘Kan ik mijn telefoon hier gebruiken?

 

‘Ja, natuurlijk. Probeer maar.’

 

Conroy haalt zijn telefoon uit zijn broekzak en schrijft snel een sms. Als hij deze probeert te versturen heeft hij geen problemen, ondanks het feit dat hij helemaal geen bereik heeft.  Enkele minuten later krijgt hij een antwoord van zijn moeder dat het prima is dat hij Brian blijft slapen.’

 

Gavin leest mee over Conroy’s schouder. ‘Dat is ook weer geregeld. Kom, dan laat ik zien waar je zal verblijven. Hiernaast is een heel huizen complex waar alle medewerkers wonen. Je hebt ook een huisje toegewezen gekregen.’

 

 


Post a comment in response:

This account has disabled anonymous posting.
If you don't have an account you can create one now.
HTML doesn't work in the subject.
More info about formatting